de schildpad.
Schildpadden zijn reptielen, net als krokodillen, slangen, leguanen en hagedissen. Ze leven al meer dan 150 miljoen jaar op onze wereld. Schildpadden waren er dus al in de tijd van de dinosauriërs, lang voordat er mensen leefden. Zoals je weet zijn de dinosauriërs al lang uitgestorven, maar schildpadden zijn er gelukkig nog steeds. We moeten er met z’n allen voor zorgen dat dat zo blijft.... | ||
|
||
Reptielen zijn koudbloedige dieren. Dat wil zeggen dat hun lichaamstemperatuur afhankelijk is van de omgevingstemperatuur. Dus als het koud is, zijn deze dieren koud; en als het warm is, zijn deze dieren warm. De meeste reptielen voelen zich het prettigst als het lekker warm is. Daarom vinden we ze vooral in de warme streken op aarde. Dat geldt ook voor schildpadden. |
|
|
|
||
|
Een schildpad draagt twee schilden: een rugschild en een buikschild. Samen vormen deze schilden een veilig pantser waarin de schildpad zich terug kan trekken als hij zich bedreigd voelt. Zijn kop, staart en zijn vier poten verdwijnen tussen het buikschild en het rugschild, zodat deze kwetsbare lichaamsdelen goed beschermd zijn tegen bijvoorbeeld roofdieren. Het schild van een schildpad is opgebouwd uit twee stevige lagen. De buitenste laag van het schild bestaat uit hele sterke hoornplaatjes. De binnenste laag van het schild is gemaakt van bot. | |
|
||
Er bestaan meer dan tweehonderd soorten schildpadden. Maar als je kijkt naar hun leefomstandigheden kun je schildpadden in drie groepen verdelen, namelijk: | ||
|
1) Landschildpadden Landschildpadden leven op het land. De meeste landschildpadden leven in warme, droge gebieden zoals woestijnen, steppen en savannes. Ze zitten daar vaak tussen rotsen en onder struiken. Landschildpadden hebben een hoog, bol schild en sterke poten.
|
|
2) Moerasschildpadden Moerasschildpadden leven niet alleen in moerassen, maar ook bij beekjes, poelen en meren. Daarom worden ze ook wel eens waterschildpadden genoemd. Moerasschildpadden zijn hele goede zwemmers. Ze hebben vliezen tussen hun tenen en een afgeplat schild. Hierdoor kunnen ze in het water snel vooruit komen.
|
||
|
3) Zeeschildpadden Zeeschildpadden leven in de zee. Ze zijn nog beter aangepast aan het water dan moerasschildpadden. Hun schild is nog platter en hun voorpoten zijn vergroeid tot stevige roeispanen. Alle schildpadden die in het water leven, moeten regelmatig even boven komen om adem te halen. Want net als alle andere reptielen ademen ze via longen. Zeeschildpadden komen bijna nooit aan land. Ze slapen zelfs in het water. Alleen als er eieren gelegd moeten worden, gaan de vrouwtjes even aan land.
|
|
Alle schildpadden leggen hun eieren in een zelf gegraven kuil in het zand. De meeste schildpadden leggen tussen de twee en de twintig eieren per keer. Maar zeeschildpadden leggen er soms wel meer dan honderd. Als de vrouwtjes klaar zijn met eieren leggen, dekken ze hun kuil zorgvuldig af. Ze broeden de eieren niet zelf uit. Dat doet de zon. Na een paar weken komen de jonge schildpadjes uit hun ei. Slordige eters Schildpadden zijn de enige reptielen zonder tanden of kiezen. Ze hebben in hun bek alleen een paar hoornrichels. En in hun maag zitten steentjes die het voedsel vermalen. Schildpadden kunnen ook hun tong niet zo goed bewegen. Daardoor eten ze vaak slordig. Landschildpadden en moerasschildpadden eten veel groen, zoals bladeren en vruchten. Maar moerasschildpadden eten, net zoals zeeschildpadden, ook graag vissen, schaaldieren en geleedpotigen zoals insecten en kreeftachtigen. |
De grootste vijand van de schildpad is de mens. Bijna alle zeeschildpadden worden met uitsterven bedreigd omdat mensen de stranden inpikken waar de schildpadden al sinds jaar en dag hun eieren leggen. Verder eist de garnalenvisserij zijn tol: veel zeeschildpadden raken verstrikt in de garnalennetten en verdrinken. Ook landschildpadden hebben het zwaar te verduren. Ze worden door mensen uit de natuur weggehaald en vervolgens als huisdier verkocht. Veel schildpadden overleven de vangst of de reis niet. En de schildpadden die wél in leven blijven, worden vaak door ondeskundigheid slecht verzorgd. Hierdoor gaan ze alsnog binnen korte tijd dood, terwijl veel landschildpadden in de vrije natuur gemakkelijk 60 tot 100 jaar oud kunnen worden. |
|