dierenweetjes
het lieveheersbeestje

het lieveheersbeestje

Het lieveheersbeestje is familie van de kevers.Kevers zijn insecten met ronde lijven en harde vleugels

Zoals alle insecten hebben zij 6 poten Ze leven op bomen, struiken en planten.

.Kenmerken Helder gekleurde  meestal rood of geel met zwarte stippen. Ovaal, bijna rond van vorm.Tot één cm groot.

Zijn lichaampje bestaat uit 3 delen: kop, borststuk en achterlijf. De poten en de vleugels zitten aan het borststuk. Een groot deel van de kop en het borststuk wordt bedekt door het halsschild,.Op zijn kopje bemerken we grote en kleine witte vlekjes.Tussen die 2 vlekjes zitten de zwarte ogen. Op zijn rug zitten 2 stevige schilden. Dit zijn echter niet zijn vleugels waarmee hij kan vliegen. Het zijn zijn verharde vleugels (dekschild) waaronder zijn 2 dunne vleugels zitten.

Er bestaan meer dan 5000 soorten lieveheersbeestjes. In België komen er ongeveer 60 verschillende soorten voor.

Er zijn er rode, gele, zwarte, met 2, 7, 14, of 24 stippen, zonder stippen, met haartjes….Hoe verschillend ze er ook uitzien, toch behoren ze allemaal tot dezelfde soort. Wist je dat het aantal stippen niets te maken heeft met de leeftijd? De stippen krijgt hij allemaal tegelijkertijd

De kevertjes leven meestal niet langer dan 1 jaar. Bij het lieveheersbeestje ziet men bijna geen verschil tussen het mannetje en het vrouwtje. Meestal is het mannetje iets kleiner. Pas bij de paring wordt duidelijk wie het mannetje is, want deze klimt dan op de rug van het vrouwtje Je kunt de lieveheersbeestjes vooral vinden tussen april en september. Ze zijn meestal te vinden in rozenstruiken, distels, lupines en (brand)netels.

De LHB zijn ook nog goede vliegers, ze kunnen tot 50 km ver vliegen, zonder te stoppen.

Wat eten lieveheersbeestjes?  

De meeste lieveheersbeestjes en hun larven leven van bladluizen dit zijn plantensap zuigende insectenen daarom worden ze in de glasteelt ook gebruikt om bij de bestrijding van plagen te helpen.

Vijanden en bescherming               

De lieveheersbeestjes hebben weinig vijanden. Dat komt omdat ze een paar afweermiddelen hebben. Bijvoorbeeld de kleur (fel rood of geel) geeft aan: pas op ik smaak vies. Om de vogels extra te waarschuwen laat hij wat geel vocht los wat vies smaakt en ruikt.Mezen en koekoeken laten zich hier niet door vangen Als een lieveheersbeestje toch wordt opgepakt of aangeraakt gebruiken ze andere afweermiddelen.Het lieveheersbeestje is een echte toneelspeler Ze trekken dan hun poten en antennen in en blijven doodstil liggen. om net te doen of ze dood zijn, en dan van het blaadje of takje afvallen om zo tussen het groen te verdwijnen.

Lieveheersbeestjes worden wel door andere dieren gegeten, maar horen niet bij het favoriete eten. Er is een soort wesp die de grootste vijand is van het lieveheersbeestje:de Perilitus Coccinellae. Deze wesp legt haar eitjes in het lieveheersbeestje. Als de jonge wespen uit hun ei komen eten ze het lieveheersbeestje van binnenuit op. Ook de larve van de gaasvlieg lust heel graag LHB. Ook de mieren zijn geen beste vrienden met de LHB. Mieren beschermen de bladluizen omdat die een zoete vloeistof afscheiden waar zij  verzot op zijn. Sommige soorten bladluizen kunnen zich verdedigen. Als ze worden aangevallen, laten ze een kleverige stof los. Hierdoor kleven de kaken van het lieveheersbeestje aan elkaar. Als het lieveheersbeestje zijn bek schoonmaakt, kan de luis ontsnappen.

Grote eters: Een volwassen lieveheersbeestje eet per dag ongeveer 100 bladluizen.Dat zijn er meer dan 3000 per maand Als er in een koud voorjaar weinig bladluizen zijn, komen er ook minder lieveheersbeestjes.

Ondanks hun grote ogen, kunnen lieveheersbeestjes nauwelijks zien.Het LHB vindt zijn voedsel op de tast Zij moeten dus tegen hun prooi oplopen. Daarom lopen de larven en de volwassen lieveheersbeestjes langs stengels en bladeren omhoog. Op die manier is de kans groter dat zij bladluizen tegenkomen dan wanneer ze kriskas heen en weer zouden gaan. Wanneer ze een bladluis hebben gevonden, wordt de omgeving nauwkeurig afgezocht. Als ze geen nieuw eten meer vinden, gaan ze verder omhoog langs de stengel. Als ze een lange tijd geen bladluizen vinden, vliegt het lieveheersbeestje naar een andere plaats. Lieveheersbeestjes vliegen dus weg als er te weinig eten is.

Iedere bladluis die het lieveheersbeestje tegenkomt staat op het menu. Zo eten ze verschillende soorten en hebben ze een gevarieerd kostje. Nochtans eten niet alle LHB hetzelfde. Er zijn er die schildluizen lusten, en sommige verkiezen schimmels. Insecten die aan planten zuigen, zoals bladluizen, laten suikers achter. Deze kleverige vloeistof heet honingdauw en die blijft op de bladeren zitten. Op deze honingdauw kunnen wittige schimmels leven. Deze schimmels heten meeldauwschimmels. Enkele lieveheersbeestjes, onder andere het Tweeentwintigstippelig lieveheersbeestje, leven van deze meeldauwschimmels. De schimmels kunnen pas groeien als er genoeg honingdauw is. Dit is meestal wat later in het jaar. Daarom worden de eerste schimmeletende lieveheersbeestjes pas in mei gezien.
Er komen zelfs planteneters voor.De plantenetende lieveheersbeestjes voeden zich maar met enkele plantensoorten Zo leeft het Heggenranklieveheersbeestje alleen van planten van de komkommerfamilie. Meestal eet het Heggenrank, maar soms ook bladeren van meloenen of pompoenen.Lieveheersbeestjes moeten of kunnen hun dieet aanvullen met ander voedsel. Als bladluiseters een lange tijd geen bladluizen kunnen vinden, kunnen zij ander voedsel eten, zoals stuifmeel of zoet fruit.Dan hebben zij in ieder geval wat voedingsstoffen binnen.