de spin is meestal in belgië heel klein.
maar in andere landen kan hij redelijk groot zijn.
Regelmatig worden spinnen verward met insecten. Een paar opvallende verschillen toont aan dat het hier om een andere klasse gaat.
Een zeer opvallend kenmerk is dat een spin acht poten heeft terwijl een insect er maar zes bezit.
De ogen zijn ook verschillend. Insecten hebben twee samengestelde (facet) ogen terwijl spinnen vaak meerdere op zich zelf staande enkelvoudige ogen met lenzen hebben. Spinnen hebben meestal acht en soms zes ogen.
Spinnen hebben geen antennen en geen vleugels, insecten wel.
Naast deze eenvoudig te herkennen verschillen zijn er bij nadere bestudering meer verschillen aan te tonen.
Er zijn ook veel overeenkomsten.
Een belangrijke overeenkomst is dat beiden een extern skelet (exoskelet) hebben. De harde delen zitten aan de buitenkant terwijl die bij zoogdieren inwendig zijn (de botten). Het hart bevindt zich op de rug.
Ademen vindt plaats met behulp van tracheeën en of boeklongen. Het zuurstoftransporteiwit is geen hemoglobine maar hemocyanine.